Nieuwe belastingregels 2016

Zoals elk jaar veranderen ook dit jaar weer een aantal belastingregels. Zo gaan heffingskortingen, belastingtarieven en uitkeringen op de schop. Welke wijzigingen merkt u in uw portemonnee? Het Centraal Planbureau (CPB) verspreidde onlangs al het goede nieuws: negen van de tien huishoudens gaan komend jaar er financieel op vooruit. De koopkracht stijgt gemiddeld met 1,8 procent, of anders gezegd: men heeft dit jaar ongeveer 800 euro meer te besteden.

Heeft u een baan? Dan profiteert u van een lastenverlichting. Heeft u een bijstandsuitkering of AOW? Uw uitkering wordt geïndexeerd en de ouderenkorting wordt verhoogd. Alleen ouderen met een aanvullend pensioen houden dit jaar iets minder over.

Belastingschijven wijzigen

Uw inkomen uit werk en woning zit in box1. Per 1 januari zijn de tarieven en bedragen van de belastingschijven gewijzigd:

–         Schijf 1: loon: max. 19.922 euro (was: 19.822), tarief 36,55% (was: 36,50%);

–         Schijf 2: loon: max. 33.715 euro (was: 33.589), tarief 40,40% (was: 42%);

–         Schijf 3: loon: max. 66.421 euro (was: 57.585), tarief 40,40% (was: 42%);

–         Schijf 4: loon: meer dan 66.422, tarief 52%.

Bent u een AOW’er?

–         Schijf 1: tarief 18,65% (was: 18,60%);

–         Schijf 2: tarief 22,25% (was: 24,10%);

–         Schijf 3: tarief 40,40% (was: 42%);

–         Schijf 4: tarief 52%.

De tarieven in box 2 (inkomen uit een aanmerkelijk belang) en box 3 (inkomen uit sparen en beleggen) blijven gelijk.

Afbouw algemene heffingskorting

Heeft u een partner met een baan? De algemene heffingskorting die de minstverdienende partner ontvangt wordt in 2016 afgebouwd. Bent u geboren na 31 december 1962? Dan ontvangt u dit jaar maximaal 1.041 euro.

Verdient u minder dan 19.922 euro dan wordt uw algemene heffingskorting dit jaar hoger dan in 2015. Verdient u meer dan 19.922 euro, dan wordt uw heffingskorting – na rato – steeds lager. Inkomens hoger dan 66.419 euro ontvangen geen heffingskorting meer. 

Maximale arbeidskorting stijgt

Uw maximale arbeidskorting stijgt in 2016 naar 3.031 euro. Verdient u meer dan 34.015 euro, dan wordt uw arbeidskorting naar rato steeds lager. Is uw inkomen hoger dan 111.590 euro dan ontvangt u geen arbeidskorting meer.

Inkomensafhankelijke combinatiekorting stijgt

De combinatiekorting is afhankelijk van uw inkomen en stijgt naar maximaal 2.769 euro.

Hogere vrijstelling vermogensbelasting

Over uw vermogen (spaargeld, beleggingen, huizen etc.) betaalt u 1,2 procent vermogensbelasting. U heeft wel een vrijstelling. In 2016 is de vrijstelling verhoogd naar 24.437 euro (was: 21.330 euro).

Ouderentoeslag vermogen vervalt

De ouderentoeslag – een extra verhoging van het heffingsvrij vermogen – vervalt. Ouderen gaan over hun spaargeld en vermogen evenveel belasting betalen als anderen.

Let op: deze maatregel heeft mogelijk ook invloed op uw toeslagen, zoals zorg- en huurtoeslag.