Acht dingen die je moet weten over vakantiewerk

Ruim de helft van de jongeren verdient in de zomer wat extra’s. Maar hoe zit het met de financiën? Hoeveel mag je kind bijvoorbeeld bijverdienen? Kan dit de kinderbijslag in gevaar brengen? En is je kind verzekerd als tijdens het werk iets kapot gaat?

Van de ongeveer 1,5 miljoen jongeren onder de 25 die een opleiding volgen steekt meer dan de helft in de zomer de handen uit de mouwen, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Winkels, supermarkten en horecagelegenheden zijn het populairst. Over de financiën rond vakantiewerk bestaan wel de nodige onduidelijkheden. Z24 heldert er acht op.

1. Minimumloon pas vanaf 15 jaar

15-plussers hebben recht op het bruto minimumloon. De hoogte van dit bedrag hangt af van de leeftijd en het aantal gewerkte uren per week. Voor 15-jarigen is dit 461,15 euro per maand, uitgaand van een volledige werkweek. Dat komt neer op 2,66 euro per uur. Voor zestienjarigen bedraagt het bruto minimumloon omgerekend 3,06 euro per uur en voor zeventienjarigen 3,50 euro. Voor kinderen van 13 of 14 jaar is er geen minimumloon. De overheid adviseert om te proberen om ongeveer het bedrag voor 15-jarigen af te spreken. Fooien staan trouwens los van het loon. Het loon mag hierop niet worden afgesteld en het geld is ook echt bedoeld voor de vakantiewerker.

2. Niet elk werk is toegestaan

Welk bijbaantje je kind mag hebben, hangt af van de leeftijd. 13- en 14-jarigen mogen niet in een fabriek werken, maar wel klusjes doen en licht werk. Denk bijvoorbeeld aan oppaswerk, betaalde karweitjes in huis, modeshows lopen, groente en fruit plukken op een boerderij en helpen bij vakken vullen of folders of huis-aan-huisbladen bezorgen.

Werken in een fabriek, werken met machines en giftige stoffen, kranten bezorgen en achter de kassa is op die leeftijd nog niet toegestaan. Ook mogen ze niet werken in een restaurant of café waar alcohol wordt geserveerd en is spullen tillen die zwaarder zijn dan tien kilo verboden. Daarnaast is toezicht van een volwassene vereist.

Op 15-jarige leeftijd mag je kind licht, niet-industrieel werk doen. Denk bijvoorbeeld aan vakken vullen in een supermarkt of reclamedrukwerk of avondkranten bezorgen. Fabriekswerk, met zware spullen sjouwen, vrachtwagens lossen en achter de kassa werken, mag nog steeds niet.

Is je kind 16 of 17 jaar, dan mag hij of zij bijna elk soort werk doen, behalve gevaarlijk werk, zoals werken met gevaarlijke stoffen (zoals bestrijdingsmiddelen) of in een lawaaiige omgeving. Daarnaast mag het werk hem of haar niet belemmeren om naar school te gaan. Ook werk tegen stukloon is niet toegestaan.

3. Werktijden zijn beperkt

Kinderen mogen niet onbeperkt werken. Voor 13- en 14-jarigen gelden de grootste restricties. Zij mogen bijvoorbeeld niet op zondag, vroeg in de ochtend (voor 7 uur) en ’s avonds na 19 uur werken. Tijdens de vakanties en op zaterdag zijn meer uren toegestaan dan op schooldagen. Zo mag tijdens schooldagen niet meer dan twee uur worden gewerkt. Verder gelden er wettelijke rusttijden.

Bij 15-jarigen is de maximale werktijd iets ruimer. Zo mogen ze maximaal zes vakantieweken per jaar werken, tegen vier weken voor 13- en 14-jarigen. Werken op zondag is onder voorwaarden toegestaan.

Jongeren van 16 en 17 jaar mogen gemiddeld 40 uur werken. Het maximum bedraagt 45 uur per week. De tijd die zij op school zijn telt ook mee als arbeidstijd. ’s Nachts werken, oproepdiensten doen en overwerken is niet toegestaan. Ook hebben 16- en 17-jarigen recht op extra rusttijden.

4. Kinderbijslag kan gevaar lopen

Is je kind ouder dan 16 jaar, let dan op: als hij of zij in een kwartaal teveel verdient, vervalt voor die periode de kinderbijslag. Dit maximumbedrag wordt elk jaar in oktober aangepast en bedraagt momenteel 1.266 euro netto per kwartaal. Tijdens de zomervakantie mag je kind met vakantiewerk 1.300 euro extra bijverdienen. Je bent verplicht om alle inkomsten boven de 1.266 euro door te geven aan de Sociale Verzekeringsbank.

Voor jongeren onder de 16 jaar zijn de verdiensten niet van invloed op de kinderbijslag.

5. Vergeet niet geld terug te vragen van de fiscus

Op het brutoloon wordt belasting ingehouden. Meestal is dit te veel. Een deel van dit geld kun je via een aangifte terugvragen van de Belastingdienst. Dit mag met terugwerkende kracht tot vijf jaar geleden. Je kind kan nu dus nog geld terugvorderen over 2011.

6. … en vakantiegeld uit te laten betalen

Behalve het gewone maandsalaris heeft een vakantiekracht ook recht op vakantietoeslag (vaak vakantiegeld genoemd) en vakantiedagen. Meestal wordt het opgebouwde vakantiegeld aan het eind van de contractperiode uitgekeerd, maar soms direct bij het gewone loon.

Er kan sprake zijn van all-in loon, waarin vakantiedagen en vakantietoeslag zijn inbegrepen. Je kind en zijn baas moeten dit wel schriftelijk overeenkomen.

Let goed op dat de opgebouwde vakantiedagen en het vakantiegeld daadwerkelijk worden uitbetaald. Dit wordt weleens over het hoofd gezien.

7. Ziek? Loon wordt doorbetaald

In principe heeft je kind recht op doorbetaling van loon als hij ziek wordt. Dat loon mag tijdens de ziekte wel lager zijn. De hoogte hangt af van de afspraken in de cao. Ook kan je werkgever wachtdagen inhouden en bijvoorbeeld de eerste of eerste twee dagen van je ziekte niet doorbetalen.

8. Schade is doorgaans automatisch gedekt

Ook op het werk zit een ongeluk vaak in een klein hoekje: je kind kan per ongeluk iets kapot maken of iemand letsel toebrengen. Scholieren met een bijbaan zijn in principe verzekerd via de aansprakelijkheidsverzekering van de werkgever. Bedrijven hebben hiervoor vaak een collectieve verzekering afgesloten. Als deze geen dekking biedt dan kun je doorgaans ook terecht bij je eigen particuliere aansprakelijkheidsverzekering.

Bron: z24.nl