De Tweede Kamer stemt in met verlaging hypotheekrenteaftrek voor rijkeren. Voor huishoudens met een inkomen boven € 68.507 wordt vanaf 2020 de hypotheekrenteaftrek sneller afgebouwd. Ook wordt het aftrektarief van een aantal andere aftrekposten geleidelijk afgebouwd. Dit staat in het Belastingplan 2019 dat door de Tweede Kamer is aangenomen. Een voorstel om de overdrachtsbelasting te verhogen voor mensen met meer woningen haalde het niet.
De plannen voor het versoberen van de hypotheekrenteaftrek werden al duidelijk bij de presentatie van de nieuwe Rijksbegroting op Prinsjesdag. De hypotheekrenteaftrek voor inkomens in de hoogste schijf wordt al geleidelijk afgebouwd, maar vanaf 2020 gaat dit sneller. Vanaf 2023 zijn de aftrekbare kosten eigen woning nog maximaal aftrekbaar tegen 37,05%. Dat is nu nog 49,5%. Met de opbrengst van de maatregel wil het kabinet het eigenwoningforfait verlagen. Dit is een percentage van de WOZ-waarde van de woning waarover belasting moet worden betaald.
De tarieven voor een aantal andere aftrekposten, zoals de zelfstandigenaftrek, MKB-winstvrijstelling, giften en partneralimentatie voor deze inkomens wordt ook vanaf 2020 afgebouwd. Ook deze aftrekposten zijn vanaf 2023 nog maximaal aftrekbaar tegen 37,05%. Met de opbrengst van deze maatregel betaalt het kabinet de verlaging van de inkomstenbelasting.
Een amendement van Kamerlid Nijboer (PvdA) op de nieuwe belastingwet, waarin hij pleit voor het opschroeven van de overdrachtsbelasting naar 10% voor mensen die al minimaal twee huizen bezitten haalde het niet. Hiermee wilde de PvdA’er de forse toename van het aantal particuliere beleggers op de woningmarkt afremmen. Volgens staatssecretaris Menno Snel (Financiën) is dit voorstel niet uitvoerbaar en zorgt het niet voor extra lucht voor starters op de woningmarkt.
Onderstaande gegevens hebben we nodig om contact met u op te nemen.