We zijn rijk maar hebben weinig geld. Dat is kort door de bocht de conclusie van een recent onderzoek van Rabobank. Het vermogen zit grotendeels vast in pensioenvoorzieningen en huizen. Dat zorgt ervoor dat de gemiddelde Nederlanders relatief weinig geld direct beschikbaar heeft. Het advies: we moeten niet meer gaan sparen maar anders.
Als je kijkt naar het totale vermogen van inwoners scoort Nederland prima, met een 4e plaats in Europa. Dat is inclusief vermogen waar je op korte termijn niet bij kan. Het is belangrijk om ook vrij besteedbaar geld te hebben. Bijvoorbeeld als je door omstandigheden minder inkomen hebt. Andere doelen zijn de studie van de kinderen of het bekostigen van een verbouwing aan de eigen woning.
In geen ander Europees land is pensioeninkomen zo hoog ten opzichte van het inkomen voor pensionering. Wel is er veel verschil tussen huishoudens. De toppositie houdt niet automatisch in dat het inkomen na pensionering ook voldoende is voor het aanhouden van dezelfde levensstandaard.
Naast relatief goede pensioenvoorzieningen kan je in Nederland terugvallen op andere vrij uitgebreide collectieve sociale voorzieningen. Bij arbeidsongeschiktheid, ziekte of werkloosheid zijn er diverse voorzieningen waar je aanspraak op kunt maken.
Daarnaast bieden zaken als huur- en zorgtoeslag extra financiële ruimte. Door deze voorzieningen wordt sparen voor later als minder noodzakelijk gezien. Overigens geldt dit minder voor ZZP’ers, die voor bepaalde voorzieningen niet in aanmerking komen.
Sinds dit jaar mag je als huizenkoper een hypotheek afsluiten van maximaal de woningwaarde. De verhouding tussen het maximale leenbedrag en de woningwaarde heet ook wel de loan-to-value (LTV) norm. Vorige jaren lag deze norm nog hoger en kon je meer lenen.
Ondanks de daling mag je in Nederland nog veel lenen. Bijvoorbeeld in Denenmarken is de LTV 80 procent van de woningwaarde. In Zweden ligt het percentage sinds 2010 op 85 procent. Het resterende bedrag dat nodig is voor het kopen van een huis moeten kopers in die landen uit eigen zak betalen. Zeker voor veel starters is het meebrengen van eigen geld ook hier al onvermijdelijk. Toch zit het sparen voor de koop van een woning nog niet in het systeem van spaarders.
Nederlanders hebben in verhouding weinig geld waar ze snel over kunnen beschikken, 20 procent heeft zelfs helemaal geen spaargeld. Dat kan een probleem zijn bij onvoorziene omstandigheden. We hebben weliswaar goede voorzieningen maar die compenseren nagenoeg nooit een terugval in inkomen. Daarnaast kunnen onverwachte zorgkosten een probleem vormen.
Zelfs met een LTV van 100 procent moet je als koper van een huis rekening houden met de inleg van eigen spaargeld. Bijvoorbeeld voor de overdrachtsbelasting en de kosten voor advies en de notaris. Heb je nog meer redenen nodig om te sparen? Denk dan even aan de verschuivende AOW-leeftijd. Wil je aan het eind van je loopbaan eerder stoppen, kan dat alleen als je voldoende financiële middelen hebt.
We zijn als Nederlanders relatief vermogend. Wel komt een deel van ons vermogen pas vrij bij verkoop van een woning of na pensionering. Een flexibeler pensioenstelsel kan daar verandering in brengen. Zodat u bijvoorbeeld de inleg voor pensioenopbouw kan verminderen als u overwaarde heeft op uw woning. De mogelijkheden tot maatwerk zijn nu beperkt en het is vooralsnog aan u om extra te sparen voor later.
Bron: WegWijs.nl door Heman de Waard
Onderstaande gegevens hebben we nodig om contact met u op te nemen.