Ouderen, chronisch zieken en gehandicapten hebben vaak te maken met extra zorgkosten: ziektekosten, kosten voor verzorging of verpleging. Ook geven zij meer geld uit aan huishoudelijke hulp of hulpmiddelen. Wat kost het en wat is uw eigen bijdrage?
Iedereen is verplicht om een basisverzekering voor ziektekosten af te sluiten. De dekking van deze verzekering is bij elke verzekeraar gelijk. Verzekeraars hebben een acceptatieplicht. Ze mogen u niet weigeren. Ook niet als u iets mankeert. Met een collectieve zorgverzekering krijgt u vaak korting op uw zorgverzekering. Deze korting wordt gegeven aan een groep mensen (collectief). Dit kan bijvoorbeeld via uw werk aangeboden worden of omdat u lid bent van een bepaalde vereniging.
Niet alle zorgkosten worden gedekt door de basisverzekering. Voor kosten die de basisverzekering niet dekt, kunt u zich aanvullend verzekeren. Als oudere of chronisch zieke heeft u een grotere kans op extra ziektekosten. Een aanvullende verzekering is dan zeker de moeite waard. Elke verzekeraar heeft aparte pakketten met aanvullende verzekeringen en tandartsverzekeringen. Informeer hiernaar bij uw zorgverzekeraar.
De verzekeraar kan bij de aanvullende verzekering wel eisen stellen om u toe te laten. Dit gebeurt voornamelijk bij uitgebreide tandartsverzekeringen. Ook hier kunt u korting krijgen door gebruik te maken van een collectieve verzekering.
De Wet langdurige zorg (Wlz) is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg nodig hebben. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) stelt voor elke cliënt vast welke zorg noodzakelijk is en hoeveel zorg nodig is. Er zijn verschillende soorten zorg en ondersteuning vanuit de Wlz mogelijk. Enkele voorbeelden:
Iemand met een indicatie voor zorg uit de Wlz kan die zorg op twee manieren regelen:
Ook een combinatie van zorg in natura en een persoonsgebonden budget is mogelijk.
De Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) zorgt er voor dat mensen met een handicap, chronisch zieken of ouderen een zo normaal mogelijk dagelijks leven kunnen leiden. De gemeenten voeren de Wmo uit. Begeleiding, dagbesteding, vervoer en kortdurend verblijf in een instelling vallen onder de Wmo. Voor alle soorten zorg en voorzieningen is een indicatie nodig. Een indicatie is een beslissing over welke hulp of voorziening nodig is en in welke mate deze verstrekt wordt. De gemeente kan dat zelf beslissen of bijvoorbeeld het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) inschakelen.
Voor zorg vanuit de Wlz betaalt u een eigen bijdrage. De hoogte van uw eigen bijdrage kunt u berekenen op de site van het Centraal Administratiekantoor (CAK).
Voor (langdurig) verblijf in een zorginstelling is een hogere eigen bijdrage verschuldigd dan voor zorg zonder verblijf. Deze is afhankelijk van het inkomen en het vermogen. Er zijn twee eigen bijdrages: een lage en een hoge.
Gedurende de eerste zes maanden van het verblijf in een zorginstelling betaalt men de lage eigen bijdrage. Na zes maanden betaalt men de hoge eigen bijdrage, behalve wanneer de partner nog thuis woont. Dan blijft men de lage eigen bijdrage betalen.
Voor de Wmo geldt ook een eigen bijdrage. Deze kan per gemeente verschillen. De eigen bijdragen voor de Wmo en de Wlz (zonder verblijf in een zorginstelling) mogen samen nooit hoger zijn dan de maximale eigen bijdrage voor uw inkomen, leeftijd en gezinssituatie. De eigen bijdrage voor de Wmo wordt ook vastgesteld en geïnd door het Centraal Administratiekantoor (Cak).
Bron: nibud.nl
Onderstaande gegevens hebben we nodig om contact met u op te nemen.